Heb je weleens van Trompe-l’oeil gehoord? Nee? En toch is de kans groot dat je het gezien hebt. De naam trompe-l’oeil is afkomstig uit de kunstwereld en betekent letterlijk ‘bedrieg het oog’. Oftewel gezichtsbedrog. Deze schildertechniek die bedriegelijk realistisch lijkt, wordt al eeuwen lang toegepast. Steeds in een iets andere vorm. In de huidige tijd kun je het vooral herkennen in de straatkunst zoals muur- en straatschilderingen.
Door de eeuwen heen
Nu je weet wat trompe-l’oeil is, hoor ik je al denken ‘ja, maar dat ken ik wel’. Deze kunstwerken zijn van oudsher bedoeld voor een speciaal aangewezen plek in een woonruimte. Het is belangrijk om de rand zo onzichtbaar mogelijk te maken, zodat het kunstwerk als een kameleon in zijn omgeving opgaat. Een trompe-l’oeil dient daarom driedimensionaal te ogen en de kleuren, lichtinval en de schaduw van de werkelijkheid te hebben. Met dit in gedachten herken je deze zogenaamde ‘bedriegertjes’ in de kunsten door de eeuwen heen.
De oude Grieken en Romeinen maakten op hun manier al gebruik van perspectief (dieptewerking) in hun fresco’s (muur- of plafondschilderingen) of mozaïekvloeren om zo kamers groter te laten lijken. Toen had het nog niet de naam die we er nu aangeven, maar het effect blijft hetzelfde: ze wilden de bezoeker om de tuin leiden.
Ook in de Renaissance (dertiende tot en met de zestiende eeuw) zie je met regelmaat de trompe-l’oeil voorbij komen. Behalve frescoes ging men het ook toepassen op schilderijen en zelfs in boeken. Er zijn schitterende voorbeelden van mis- en getijdenboeken bewaard gebleven. Zoals dit getijdenboek van de Universiteitsbibliotheek van Luik uit de vijftiende eeuw (vergeet vooral niet te klikken op de afbeelding voor een link naar een exemplaar waar je doorheen kan bladeren):
Veel mooie voorbeelden van trompe-l’oeil uit de zeventiende eeuw (ook wel de Gouden Eeuw) zijn bewaard. Één van de bekenste is misschien wel ‘Het puttertje’ (1654) van Carel Fabritius (de website van het Mauritshuis geeft mooie aanvullende informatie over dit wereldberoemde schilderij).
En in de eenentwintigste eeuw wordt deze kunstvorm regelmatig gebruikt in streetart. Een voorbeeld daarvan is de eerste afbeelding in dit artikel.
Trompe-l’oeil met boeken
Waarom ik dit onderwerp ook bespreek op mijn blog is omdat ik laatst in het Dordrechts Museum een wel heel bijzondere trompe-l’oeil zag. Het betreft ‘Trompe l’oeil met boeken‘ (1682) door Hendrick van Heemskerck.
Het stapeltje boeken rechts is geschilderd op een uitgezaagd plankje. Vooral in Dordrecht waren dit soort ‘bedriegertjes’ populair. Niet alleen boeken, maar het konden ook afbeeldingen zijn van appels, schoenen of vissen. Over de schilder kan niet veel meer gemeld worden dan dat hij boerengezelschappen schilderde, maar dat hij vooral bekend is van zijn trompe-l’oeil.
En om het Dordrechts Museum te citeren:
‘Wat maakt een trompe-l’oeil geslaagd? Enerzijds moet het werk opvallen, terwijl het ook niet teveel mag opvallen omdat het echt moet lijken. Bij een ‘gewoon’ schilderij maakt de lijst duidelijk dat het om een kunstwerk gaat. Bij een trompe-l’oeil merk je opeens dat het werk niet zomaar een gewoon stukje omringende werkelijkheid is, zoals bij deze boeken.’
En vind jij dat dat gelukt is? Heb je niet twee keer naar de afbeelding moeten kijken voordat je echt van nep kon onderscheiden?
Meer trompe-l’oeil
Heb ik je interesse gewekt en wil je meer over trompe-l’oeil lezen, denk dan eens naar de volgende bronnen en ga vooral ook trompe-l’oeil afbeeldingen zoeken op internet:
De Engelstalige Wikipediapagina over trompe-l’oeil geeft onderaan het artikel een mooi afbeeldingenoverzicht van diverse varianten van trompe-l’oeils.
Wil je meer lezen over trompe-l’oeils dan is het volgende overzichtsboek een leuke aanvulling voor je kunstcollectie: Het bedrogen oog van Nicolaas Matsier (Uitgeverij De Harmonie, 2009) ISBN 9789460010255 (€ 39,90).
En breng vooral ook eens een bezoekje aan het Dordrechts Museum, dat is absoluut de moeite waard. Daar kun je het werk van Hendrick van Heemskerck met eigen ogen bewonderen.